FM ACADEMY 2013-2015

MOP

Conditiemeting
Om de huidige staat van onderhoud en daarmee de omvang van het toekomstige onderhoud te kunnen bepalen, is het van belang dat wordt vastgesteld in welke (technische en bouwkundige) conditie de bouwdelen en installaties zich verkeren. Door middel van een conditiemeting, vaak op basis van de NEN 2767, kan er een complete inventarisatie en statusbepaling plaatsvinden. Tijdens een opname op locatie wordt een inventarisatielijst opgesteld van alle aanwezige bouwkundige items en technische voorzieningen met de daarbij behorende status van deze voorzieningen. Eventuele gebreken worden dan ook weergegeven.
Op basis van de uitgevoerde conditiemeting wordt een Meerjaren Onderhouds Plan (MOP) voor (vaak) 10 jaar opgesteld. Op basis van een MOP (en bijhorende budgettering) wordt er inzicht verkregen in kosten m.b.t. achterstallig onderhoud, groot onderhoud (revisies), vervangend onderhoud, preventief en correctief onderhoud en kan op basis hiervan een uitvoeringsplanning voor de komende jaren worden ingericht waarbij geadviseerd wordt om deze elke 3 jaar te herzien.
Kleine gebreken treden veelal onverwachts op en dienen tijdig onderkend en opgelost te worden. Denk hierbij aan hang en sluitwerk dat niet goed functioneert, oneffenheden in vloeren, op wegen en paden, verlichting die niet werkt, beschadigde kabels of stopcontacten, lekkende kranen, defecte zonwering, radiatoren die niet werken en verstoppingen van het riool. Voor klein onderhoud is vaak een bepaalde voorziening opgenomen in het onderhouds-budget. Het is van belang dat alle werkoppervlakken en bekleding van de werkruimte van zodanig materiaal zijn en in dusdanig goede staat, dat zij bestand zijn tegen de optredende verontreinigingen en goed schoon te houden zijn.
Groot onderhoud vindt plaats aan gebouwen, installaties en machines en dient veilig uitgevoerd te worden. Dit planmatig onderhoud geschiedt aan de hand van een uitvoeringsplanning en is opgenomen in de begroting. De technische staat van het onderhoud van alle bouw- en installatiedelen dient minimaal te voldoen aan conditieniveau 3 "redelijk", conform NEN 2767.

Richtlijn klein onderhoud

Richtlijn
groot onderhoud
ONDERHOUDSEISEN
Door veranderende wetgeving zijn basisscholen vanaf 1 januari 2015 zelf verantwoordelijk voor het onderhoud aan de huisvesting en de financiële gevolgen ervan. Het wetsvoorstel brengt geen principiële wijzigingen aan in het stelsel. De wet schrijft enkel een wijziging voor in de vergoedingenstroom voor onderhoud aan en aanpassingen van gebouwen. Deze loopt niet meer via de gemeente, maar gaat rechtstreeks van het Rijk naar de schoolbesturen waardoor er budgettair gezien veel af komt op de schoolbesturen.
Binnen een huisvestingsbeleid en de keuzes die daaruit voortkomen heeft het schoolbestuur invloed op de onderhoudsinvesteringen. Uitgaven moeten in relatie worden gebracht met de gebruikswaarde en instandhouding van het schoolgebouw. Het huisvestingsbeleid zal moeten bepalen hoe de onderhoudsplanning wordt ingericht.